vrijdag 22 april 2016

Amoris Laetitia

Vanop de blog firstthings.com :

Vrees altijd, Heb altijd lief

Schaamte en bitterheid voelde ik toen de priester me zei dat mijn ouders niet getrouwd waren. Ze hadden dertig jaar samen geleefd en drie kinderen opgevoed, maar omdat mijn vader Katholiek was die buiten de Kerk was getrouwd, hield de Kerk dat hij nooit getrouwd was geweest; Of dat zei de priester tegen me. Ik vond hem een bastaard - dat was uiteindelijk dat hij over me zei.

De Waarheid kan kwetsen. Paus Franciscus wil dat afzwakken, haar kracht verminderen. In zijn apostolische exhortatie Amoris Laetitia, gebruikt hij het eufemisme 'irregulaire relaties' om relaties te beschrijven die Katholieken objectief overspel vinden. Hij stelt dat mensen die leven in een constante staat van zonde de Communie mogen ontvangen als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan - bij uitstek dat ze 'tactvol' zijn. Franciscus zou willen dat de Kerk ook tactvol is.

Ik heb de leer van de Kerk over het huwelijk gevoeld als een ferme slag in mijn gezicht, en toch voel ik geen genoegen bij deze verschuiving. Amoris Laetitia suggereert dat de objectieve beoordeling of iemand in een staat van doodzonde leeft kan worden vervangen door een subjectieve 'onderscheiding' van iemands 'innerlijke beweegreden'. Dat mag misschien barmhartig lijken, maak het laat de Katholieken in een onzekerheid hoe ze voor God staan.

Franciscus schrijft: 'We moeten plaats ruimen voor het geweten van de gelovigen, die vaak zo goed als ze kunnen het Evangelie volgen'. Dit begrip geweten als een soort brevet, als 'plaats maken' voor wat we anders zonde zouden noemen, komt me maar eigenaardig over. Ver van mij vertrouwen te geven dat ik waardig de Communie kan ontvangen, heeft mijn geweten me vaak eraan herinnert dat ik dat niet ben. Zoals Mary Geach zei:

   Een weg waarop morele adviseurs mensen kunnen in problemen brengen wanneer ze twijfelen om respectabele zondes te doen, is hun zeggen dat ze hun geweten moeten volgen ... zou jij zeggen 'volg je geweten maar' tegen een man wiens erecode hem verplicht om de moordenaar van zijn vader te doden?

Als priesters beginnen om de Katholieke gelovigen te bevestigen in hun 'bewuste ontkenning van de waarheid', zal het geweten ophouden een monitor te zijn en degenereren in precies het tegenovergestelde een 'carte blanche'. Elisabeth Anscombe riep de Apostel Paulus in tegen deze dwaling:

   Het idee dat 'Ik gerechtvaardigd wordt als mijn geweten het mij niet verwijt' ... is in directe tegenspraak met St Paulus in een van zijn brieven aan de Korintiërs ('Zo is het, mijn geweten veroordeeld mij niet, maar dat betekent niet dat ik ben vrijgesproken, de Heer alleen is mijn rechter') Het is fout; en zo ook het idee dat men is vrijgesproken omdat men een liefhebbend en gewetensvol persoon is.

Anscombe wijst ook op het eigenaardigste aspect van Amoris Laetitia. Het document plaats beleefdheid boven boete, gewetensvolheid boven berouw. Voor Franciscus zijn de manieren naar buiten toe een teken van een correcte gesteldheid. Als iemand door zijn ouders niet geleerd is om 'alstublieft' 'Dank U' en 'Sorry' te zeggen, dan zal zijn goede innerlijke gesteldheid niet snel naar voor komen. De paus raadt aan een 'verantwoordelijke en tactvolle persoon te zijn, die zijn of haar persoonlijke verlangens niet boven die van het algemeen goed of de Kerk stelt. Men vraagt niet langer, ben ik in een staat van genade? maar eerder, ben ik een goed en goedbedoelende persoon?

Franciscus zegt dat de Eucharistie niet 'een prijs is voor de perfecten, maar een krachtig medicament en een voeding voor de zwakken.' Hoe goed weet ik dat niet. Maar de conclusies die hij trekt uit die grote waarheid zijn erg raar. Wie vindt zichzelf zwak, als niet de mand die zijn zonden erkent en hen gaat biechten? Wie vindt zichzelf perfect, als niet de man die denkt dat hij geen biecht nodig heeft, maar een recht heeft op de Eucharistie? Kunnen we niet een puur subjectieve verzekering hebben van waardigheid zonder door trots doordrongen te zijn?

****

In een sprekende passage, combineert Franciscus twee quotes van Octavio Paz met een van St. Thomas van Aquino. De cocktail - twee stukjes hedendaagse literatuur, een stuk Christelijke traditie- is typisch voor Franciscus. Zo ook de benadering van het citaat die eerder promiscue is dan scrupuleus:

   Liefde wil anderen niet laten lijden. Hoffelijkheid is ' een school van sensitiviteit en onthechtheid' die vraagt dat de persoon 'zijn gevoelens en geest ontwikkelt, leert hoe te luisteren hoe hij moet spreken en op sommige momenten, moet zwijgen'. Het is niet iets dat de Christen mag aanvaarden of afwijzen. Als een absolute vereiste van de liefde moet 'ieder mens in harmonie leven met de mensen rond hem'.

Hier gebeurt iets vreemds. Aquina zegt inderdaad dat 'ieder mens moet leven in harmonie met de mensen rondom hem' maar Franciscus laat de helft van de zin weg '... tenzij het noodzakelijk voor hem is voor de een of andere reden om hem soms een deugddoende droefnis te bezorgen'. De beleefdheid van Franciscus lijkt geen plaats te laten voor de deugddoende droefnis van Aquina, die goede gesteltenis die er komt door noodzakelijke terechtwijzingen en harde waarheden.

Dit half citaat is typisch voor de manier van werken van Franciscus' Amoris Laetitia. De helft van de Christelijke traditie wordt gewoon genegeerd, en zo verliest men ook de basisgrond en de essentiële spanningen van het geheel. De liefde van God is omnipresent, maar de vrees voor God - de verschrikkelijke wetenschap dat we verantwoordelijk zijn voor onze ziel - is afwezig. Dat ontbreken is opzettelijk. In het begin van het document, wijst Franciscus op de terechtwijzing van Christus van hen die de overspelige vrouw willen stenigen. Deze scene is een van de meest krachtige in heel de Evangeliën en een centrale inspiratie van Amoris Laetitia. En toch stelt Franciscus het verkeerd voro:


   Liefde draagt ook vrucht in barmhartigheid en vergeving. We zien dit op een bijzondere wijze in de scene van de vrouw die betrapt wordt op overspel; voor de Tempel, een vrouw omringt door aanklagers, maar later allen met Jezus, krijgt de vrouw geen veroordeling maar een aansporing om een beter leven te leiden.

'Dan veroordeel ook ik u niet': Franciscus vestigt onze aandacht op die mooie worden van het Evangelie van Johannes. Maar net als bij het citaat van Aquino, verliezen we de betekenis van wat volgt. Jezus zei daarna niet tegen de vrouw om 'een beter leven te gaan leiden', zoals Franciscus suggereert. Hij zie haar 'Ga, en zondig niet meer'.

Dit is niet wat gesnibbel over wat woorden. Het wijst op de controverse die Franciscus veroorzaakt met dit document. Traditioneel leert de Kerk dat gescheiden en hertrouwde koppels moeten leven 'als broer en zuster', met andere woorden dat ze moeten gaan en niet meer zondigen. Is dat een regel die klinkt als een veroordeling, als het werpen van stenen? Franciscus schijnt dat te denken, maar zo een visie verschilt van de woorden van Christus zelf.

****

John Henry Newman was een duidelijke tegenstander van wat hij noemde de 'religie van de dag'. Waar in vroegere dagen de Kerk misschien te veel de nadruk legde op de harde en strenge aspecten van het Christendom, geloofde Newman dat in zijn eigen dagen er alleen aandacht was voor 'de lichte kant van het Evangelie - haar woorden van comfort, haar zucht naar liefde' Hij zag dat de God die beschreven wordt als een verzadigend vuur zoals in de brief aan de Hebreeuwen werd vergeten.

Newman vond dat een fatale fout. Christelijke liefde gaat gepaard met vrees: 'Vrees en liefde moeten altijd samen gaan; vrees altijd, heb altijd lief, tot je laatste dag. Zonder heilige vrees, is het Christendom alleen maar goede manieren.

   Onze manier zijn beleefd; we doen geen pijn of geven geen aanstoot; onze woorden zijn correct ... En zo wordt elegantie gradueel de test en standaard van deugd gemaakt, maar zonder een intrinsieke claim op onze harten, of om verder te staan dan het comfort van anderen.

Franciscus vraagt om 'discreet' te zijn en 'verantwoordelijk en tactvol', en 'geen aanstoot te geven'. Onze 'woorden moeten zorgvuldig gekozen worden', zegt hij. Hij heeft pastorale redenen voor die nadruk, ik weet het. Maar ook pastoraal, faalt die strategie. Ik ben een wankelend schaap, ik dwaal snel af. Wat ik van mijn pastor nodig heb zijn woorden die me wegleiden van de 'religie van de dag', en wijzen naar een ontmoeting met Christus, liefdevol en vurig.

****

Een vriendin vroeg me ooit eens waarom ik haar niet gewaarschuwd had. Ze was verliefd geworden op een man die met haar had gewerkt aan een politieke campagne. Toen de kandidaat verloor, pakten ze hun ontgoocheling op, en begonnen een road trip naar Mexico. Ja, hij was twee keer haar leeftijd en ja, ze waren niet getrouwd; maar hij leek aardig en zij was zeker volwassen. Ik dacht dat ze mijn morele overtuigingen kende, maar ik had al genoeg problemen om daar zelf aan te voldoen, laat staan ze aan andere uit te leggen. Dus dacht ik dat het best was mijn solidariteit te tonen door te luisteren zonder enig oordeel. Een woord van waarschuwing zou haar woede misschien opwekken, en tonen dat onze vriendschap minder sterk is dan we wilden.

En daar stond ze, maanden later, en vroeg me waarom ik haar niet gewaarschuwd had. Ze wist dat ze niet naar me zou geluisterd hebben zelfs als ik iets gezegd had. Haar punt was dat ik gefaald had om oprecht interesse in haar te hebben en aandacht voor onze vriendschap. Ik maakte een grapje om de spanning weg te halen, en ze vroeg me opnieuw: Waarom hebt ge mij niets gezegd? Dacht je nu echt dat dit een goed idee was? Ik kon niet antwoorden. Ik was beleefd geweest, maar ik was tekort geschoten in liefde. Ik was aardig geweest, maar geen vriend. Op dat moment leerde ik dat we zullen verweten worden dat we hen niet waarschuwden voor wie we verplichtingen hebben in liefde.

Matthew Schmitz.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten